Het oosten van de Democratische Republiek Congo (DRC) wordt al circa 30 jaar geteisterd door conflict en geweld. Talloze gewapende groepen strijden om macht, land, waardevolle grondstoffen of de bescherming van hun eigen gemeenschap en erkenning van hun gemeenschap als minderheid. Ondanks decennialange steun van de VN en verschillende Afrikaanse legers, blijft de Congolese regering worstelen met controle over deze regio.
De laatste weken is er meer aandacht voor het geweld in Congo, met name door de opmars van rebellenbeweging M23. Zij hebben grote delen van de grensregio veroverd, waaronder de miljoenensteden Goma en Bukavu. Miljoenen mensen zijn op de vlucht, en de humanitaire crisis wordt steeds erger. Tijdens het Leidse Actualiteitencollege gaven Carolien Jacobs (Van Vollenhoven Instituut, Leiden Universiteit) en Lidewyde Berckmoes (African Studies Centre, Leiden Universiteit) toelichting over de situatie in dit ‘Grote Merengebied’ in Midden-Afrika. uitdagingen.
Om de situatie in het land beter te begrijpen, is wat algemene informatie essentieel. Congo is een uitgestrekt land van ongeveer 2,3 miljoen km², met beperkte infrastructuur en weinig goede transportmogelijkheden. De hoofdstad Kinshasa, waar de regering zetelt, ligt helemaal in het westen, terwijl het geweld zich voornamelijk in het oosten afspeelt. Door deze enorme afstand heeft de regering moeite om grip te krijgen op de conflicten, mede doordat het gebied lastig bereikbaar is.
Al decennia lang woeden er conflicten, waarbij rebellengroepen ook steun ontvangen van troepen uit buurland Rwanda. Dit hangt niet alleen samen met de overvloed aan kostbare grondstoffen in de regio, maar ook met de veiligheid van de lokale bevolking, die nauwe banden heeft met Rwanda.
Naast de opmars van de beweging M23 (Movement 23 March) zijn er tientallen andere gewapende groepen die betrokken zijn bij conflicten. Cijfers uit 2027 spreken zelfs van 136 verschillende groeperingen, voornamelijk actief in de provincies Noord- en Zuid-Kivu in het oosten van Congo. Dit betekent dat stabiliteit en vrede niet kunnen worden bereikt door slechts één conflict op te lossen, maar een bredere aanpak vereisen.
De beweging M23 is niet nieuw. In 2012 namen ze de stad Goma in, maar werd vrij snel een vredesakkoord werd gesloten. Dit keer is dat niet het geval. M23 rukt op en probeert met steun uit Rwanda zijn territorium uit te breiden, in een beweging van het noordoosten naar het zuidwesten. Hoewel Rwanda officieel ontkent betrokken te zijn, wijzen meerdere bronnen erop dat het land wel degelijk steun biedt.
Oorspronkelijk vocht M23 voor de rechten van de Tutsi-minderheid in de regio, maar hun focus heeft zich inmiddels verbreed. Ze opereren in een strategisch belangrijk gebied met waardevolle mijnen, wat hen toegang geeft tot aanzienlijke economische belangen. De groep richt zich niet langer alleen op Tutsi-gebieden, maar ook op economische controle. Illegale export van grondstoffen is wijdverspreid, mede mogelijk gemaakt door een corrupte overheid.
Onlangs heeft een andere grote beweging, de AFC (Alliance France Congo), aangegeven zich aan te sluiten bij M23. Deze groep heeft nog grotere ambities en streeft ernaar de macht in Kinshasa over te nemen. Er zijn zelfs speculaties over een mogelijke coup om de president ten val te brengen.
Ondertussen blijft de Congolese overheid passief. Het leger is slecht getraind, onderbewapend en mist zowel middelen als strategie. Bovendien ontbreekt bij veel soldaten de loyaliteit aan de regering, wat de situatie verder verzwakt.
Deze situatie draait om meer dan alleen Congo. Verschillende landen in de regio zijn al actief betrokken: Oegandese, Burundese en Rwandese troepen bevinden zich in Congo. De Burundese eenheden zijn officieel uitgenodigd om tegen M23 te vechten, wat voor Burundi goed uitkomt, aangezien het land momenteel veel troepen heeft die ergens gestationeerd moeten worden. Rwanda, dat zijn betrokkenheid ontkent, steunt M23 ‘omdat diegenen die de genocide (1994) hebben gepleegd, gestopt moeten worden’. Daarnaast zoeken veel Congolese vluchtelingen hun toevlucht in Rwanda vanwege de nauwe verbondenheid met de regio.
Ook internationaal spelen er grote belangen. Sinds 1999 is de VN in Congo aanwezig, maar die krijgt weinig steun van de lokale bevolking. Bovendien behoort het oosten van Congo tot de rijkste gebieden ter wereld op het gebied van grondstoffen, wat het conflict ook voor internationale spelers strategisch belangrijk maakt.
Miljoenen mensen zijn inmiddels op de vlucht en de humanitaire crisis verslechtert verder. Veel vluchtelingen weten niet meer waar ze naartoe kunnen. Ze worden verdreven, mishandeld, verkracht, beroofd en onder druk gezet. Onderwijs wordt verstoord, leraren en studenten worden tegengehouden of geïntimideerd. Daarnaast zijn banken gesloten, waardoor mensen geen toegang meer hebben tot hun geld. De bevolking hunkert naar stabiliteit, maar weet niet welke weg te volgen. Vaak hebben ze meer vertrouwen in patriottische rebellengroepen dan in hun eigen regering.
Het conflict in Congo betekent het verlies van dierbaren en huis, en telkens opnieuw je leven moeten opbouwen. Het verscheurt familiebanden, breekt vertrouwen in anderen en zorgt voor straffeloosheid. In een wereld waar het recht van de sterkste geldt, is het onduidelijk welke kant je op moet om morgen nog veilig te zijn.
‘Tout est encore possible’: We weten niet waar de oplossing ligt, welke richting de conflicten zullen nemen of wat de toekomst brengt. Alles blijft onzeker.
De verspreiding van desinformatie verergert de situatie alleen maar. Onderzoekers halen hun informatie vaak uit bronnen die nog in de regio aanwezig zijn. Welke betrouwbare bronnen kunnen we hier volgen? Oa
- Carolien Jacobs op Bluesky: @jacobscarolien.bsky.social
- Egmont instituut
- MO.be
Het Leids Actualiteitencollege is een initiatief van LeidenGlobal ism Leiden Kennisstad en BplusC, met deze keer bijdrage van het Van Vollenhoven Institute for Law, Governance and Society, Leiden Universiteit en het African Studies Centre.